Ouders en opvoeders

Kinderrecht Artikel 5: De overheid dient rechten, plichten en verantwoordelijkheid van ouders en voogden te respecteren. Ouders en voogden dienen een kind te (bege)leiden, passend bij de leeftijd en de ontwikkeling van het kind.

Kinderrecht Artikel 9: Het kind heeft het recht om bij ouders te leven en op omgang met beide ouders als het kind van een van beide ouders gescheiden is, tenzij dit niet in zijn/haar belang is. In procedures hierover dient naar de mening van het kind en de ouders te worden geluisterd.

Kinderrecht Artikel 10: Ieder kind heeft het recht om herenigd te worden met ouder(s) als kind en ouder(s) niet in hetzelfde land wonen. Aanvragen hiervoor dient de overheid welwillend, menselijk en met spoed te behandelen. Een kind dat in een ander land dan de ouder(s) verblijft heeft recht op rechtstreeks en regelmatig contact met die ouder(s).

Kinderrecht Artikel 18: Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding. Het belang van het kind staat hierbij voorop. Overheid respecteert de eerste verantwoordelijkheid van de ouders, geeft ouders/voogden ondersteuning en creëert voorzieningen voor zorg en eventuele kinderopvang.